Vleeschhouwerij Maarten Pels

23/05/2020

Maarten Pels (opa) en Maarten Pels (vader) op de Koemarkt

Soms kom je in Purmerend dingen tegen waarvan je denkt, hé wat leuk, dat wist ik niet. Regelmatig plaatsen we op deze site een artikel uit het boek Terugblikken, verhalen over de stad en haar bewoners, van Piet Jonker, redacteur/fotograaf van weidevenner.nl. Deze keer Vleeschhouwerij Maarten Pels

Bij de slagers zijn alle denkbare vleeswaren te verkrijgen en ook in de supermarkten liggen de vitrines tegenwoordig vol met vele soorten vlees. Vroeger was dat anders, er werd veel paardenvlees gegeten en gehakt, waar paardenvlees in verwerkt is, was geen enkel probleem. Paarden werden toen nog volop gebruikt als werkdieren en af en toe gaat er dan wel eens iets mis. Een kreupel paard kan niet werken, kost geld, en gaat naar de slager. De bekendste en grootste zaak was paardenslagerij De Purmerender  Vleeschhouwerij van Maarten Pels, waarin uiteindelijk vijf generaties Pels werken.                                                                   

Maarten Pels en Jannetje Ruiter wonen op een boerderij aan de Neckerstraat en af en toe slacht Maarten, als door de gemeente aangewezen ‘krengenslachter’, een kreupel paard en langzamerhand brengen steeds meer boeren in de omgeving hun paarden naar Pels. Na het slachten gaat Maarten op pad om het vlees uit te venten. Later wordt dit de Vrijbank. In 1873 neemt hij de slagerij van C.H. Jochman in de Peperstraat over. Zoon Maarten trouwt met Antje Meester en begint twee jaar later een vleeschhouwerij in een oude smederij in de Beemstersteeg. Na zes jaar verhuist de zaak naar aan de Beemsterburgwal en op 12 mei 1888 opent de nieuwe Paardenslagerij De Purmerender Vleeschhouwerij. In 1914 wordt Maarten jr., getrouwd met Grietje Pauw, in de slagerij opgenomen, maar datzelfde jaar moet hij opkomen voor de mobilisatie en staat Grietje er, met hulp van vader, alleen voor.

Vleeschsnijmachine

Maarten en Maarten op de paardenmarkt in Utrecht

Pels gaat het hele land door om paarden te kopen en paardendrijver Gert Damsma haalt de aangekochte paarden op in Amsterdam en gaat dan met soms drie paarden aan de hand lopend terug naar de slagerij in Purmerend. De markt in Utrecht levert het leeuwendeel op, maar ook worden er paarden uit Denemarken gehaald. Soms kost een paard honderd gulden, maar het komt ook voor dat Pels meer dan duizend gulden op tafel moet leggen. In 1924 verhuist de slagerij naar het pand van kruidenier J.W. Lojenga aan de Hoogstraat 34 (nu inktwinkel). De verbouwing wordt uitgevoerd door de gebroeders de Vries, en Mazurel zorgt voor de verlichting. Het wordt een moderne zaak met een glasplafond, tegelwanden en een granieten vloer. Achter de zaak is een eigen paardenstal, rokerij en zouterij. Pronkstuk in de winkel is een ‘vleeschsnijmachine van de allernieuwste constructie’.

Goedheiligman
Maarten Pels, getrouwd met Alie de Hart, brengt de zaak tot bloei door de verkoop van eerste klas vlees. Alle paarden worden door hemzelf bekeken en ingekocht en ook andere slagers vragen vaak of hij meegaat om paarden te kopen. Hij weet gewoon alles van paarden en koetsen. Tijdens zijn intocht in Purmerend leent Sinterklaas elk jaar ‘de koets van Pels’ en zit Maarten in vol ornaat en met een glimlach van oor tot oor voor de goedheiligman op de bok. Slager Pels zorgt altijd voor een stunt en in 1926, tijdens de Tovletemfeesten (tot opbloei van landbouw en tuinbouw en marktwezen), laat hij twee versierde paarden door de stad lopen, waarvan men het gewicht kan raden. Hoofdprijs: een muisje rookvlees.

Vijf kinderen

Moeder Antje Pels 1876

Een pond paardenvet om oliebollen in te bakken kost 25 cent, riblappen 32 cent per pond en op zaterdag kunnen  klanten gratis cake proeven. Langzamerhand worden er steeds meer andere beesten geslacht en wordt het een gemengd bedrijf, waar ook Andries Klaasse Bos de kneepjes van het vak leert. Er komen vijf kinderen en naast werken in de winkel moet moeder ook die in de gaten houden en opvoeden. Als moeder ernstig ziek wordt gaat ze wonen in Het Dorp, waar ze uiteindelijk overlijdt. Vader blijft achter met de zorg voor vijf kinderen, maar weet het met een hulp in de huishouding aardig te redden. Vader en zoon Cor brengen elke week de bestellingen rond in Purmerend, Beemster, Middelie, Edam en andere dorpen in de buurt. In 1962 wordt het pand verkocht aan Van Hemsbergen, die de zaak doortrekt van de Nieuwstraat naar de Hoogstraat (Galerie Passage).                            

Genieten
Vader trouwt opnieuw en vertrekt naar Almelo, waar hij aan de slag gaat op het abattoir. Uiteindelijk gaat hij van zijn pensioen genieten in Rijssen, maar regelmatig wordt hij naar Purmerend gebracht, waar hij logeert bij Cor en Rietje in de Purmer. Een autorit door Waterland staat altijd op het programma en bij alles wat met paarden en koetsen te maken heeft gaan ze kijken. Op 3 maart 2007 is Maarten Pels overleden.

Jonge Maarten Pels

2 comments

  1. Pieter Lensselink schreef:

    Heb altijd veel plezier gehad in de slagerij in de hoog straat weet er nog van dat op een keer een paard dol was geworden toen hij geslacht moest worden ook wel bij Oa en Oma geweest op de zuidrtweg in de Beemster

  2. Cor greuter schreef:

    Ben bevriend geweest met jaap pels zaten als kinderen veel op de hooi zolder helaas jaap uit het oog verloren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *