Boze Buurman

03/08/2023

Als echte Purmerender doe je natuurlijk regelmatig een rondje markt en als buurman zich verveelt tijdens de bouwvak gaan we een marktje  pikken. Op de Kaasmarkt en in de Breedstraat en Dubbele Buurt zijn veel kooplieden waarschijnlijk op vakantie en vanwege de komende lange wandeling naar de zes resterende kramen nemen we even een terrasje. Buurman raakt al snel in gesprek met bezoekers, die gezien de gemiddelde leeftijd minister Luns nog op de radio beluisterden. “Weet u meneer, vroeger was niet alles beter, maar de markt was een hoogtepunt in de week. Standwerkers met zeep die jodium oplost, poetsmiddel op een brandende motorkap en de bloemenboer die vanuit zijn auto verkoopt. Ze zijn er niet meer.” Een leeftijdgenoot vult grinnikend aan ‘je vergeet de visboer die bij het afwegen van een kilo garnalen zijn duimen meeweegt’. Veel seniorenhoofden knikken en herinneringen komen terug. Een oude baas, verdacht veel lijkend op een voormalig veehandelaar, krabt onder zijn pet, knijpt een oog dicht, heft zijn citroentje met suiker en roept ‘tijdens de veemarkten kwamen hier een half miljoen bezoekers per jaar, en nu minder markt en minder toeristen’. Buurman gooit meteen de knuppel in het hoenderhok. “Ja wat denk je? Als je als toerist op de welkomstborden bij Volendam de aangeboden attracties ziet, of bij Edam de affiches voor de Kaasmarkt en wij kunnen hier alleen plannen, ideeën, bizzen, een stadsmanager en een gehalveerde warenmarkt aanbieden, verwacht je dat een half overwoekerde naar het centrum verwijzende straattegel de oplossing is?” Dan schuift een grijze Purmerender zijn advocaatje met slagroom opzij en priemt een vinger in buurmans borst. “Kijk meneer, de tijd van duizenden toeristen is net als de veemarkt verleden tijd. Mijn motto is ‘als je iets niet kan veranderen, moet je ermee omgaan’ en dat is nou precies wat we niet hebben gedaan. De markt is verknipt, het assortiment is beperkt en de inbreng van winkeliers bestaat voornamelijk uit het naar buiten schuiven van een kledingrek.”  Als ik aan mijn appeltaart begin, word ik bijna van m’n stoel gereden door een met plastic tassen volgehangen scootmobiel die zich ook in het gesprek mengt. “Praten meneer, mooie plannen maken en een markthal, waarvan niemand begrijpt waarom hij zo genoemd wordt.” Terwijl Buurman probeert boven het geluid van het motordraaiorgel en de rammelende matsbakjes uit te komen en iedereen hoopt dat hij zo snel mogelijk de hoek om is, steekt een enigszins bekende Purmerender, die tot dusver in een hoekje een wijkkrantje zit te lezen, zijn vinger op. “Nou mensen, het is allemaal niet zo moeilijk hoor. Verplaats de kramen van de Nieuwstraat en Westerstraat naar de open plekken in de Breedstraat en Dubbele Buurt, de rest naar de Koemarkt en doe eindelijk iets met de Markthal.” Buurman vindt het genoeg en rekent af. “Kom op buur, in de benen, we hebben nog een stukkie te gaan.” Even later laveren we tussen fatbikes, bakfietsen en brommers door richting de rest van de kramen. Kan daar niet wat aan gedaan worden?   bozebuurman@hotmail.com.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *