Boze Buurman

23/10/2022

Als echte Purmerender ben je natuurlijk blij met en trots op je tuin. Tijdens het winterklaar maken en het uitdenken  van hoe ik buurtkatten, die mijn tuin als openbaar toilet beschouwen, tot andere gedachten kan brengen, kijkt buurman over de schutting. “Hallo buur, niet de barbecue opbergen, kan ’s winters gewoon doorgaan hoor.” Terwijl ik de kattendrollen uit mijn groentetuin schep, gaat buurman op samenzweerderige toon verder. “Op de website waar jij het steeds over hebt, lees ik dat vandaag de beroemde Melkwegbrug inmiddels al tien jaar dienst doet. Tenminste als alles werkt. Dat wordt natuurlijk gevierd.  Zullen we even een kijkje nemen?”  Met het feest van de opening nog in het achterhoofd lijkt het mij een uitgelezen kans om weer eens  te genieten van een gezellig feest. Taartje, biertje, bitterbal en dan neem ik de toespraken wel op de koop toe. Even later zijn we samen onderweg naar de Melkwegbrug, met gratis hapjes en drankjes in het vooruitzicht. Het is druk bij de brug, want ondanks alle commentaren over de kosten, storingen en hoge boog, maken vrijwel alle inwoners van Weidevenne gebruik van de brug. Zoekend naar de feesttent komen we langzaam tot de conclusie dat er helemaal niets te doen is. Niks feest. Zelfs de onvermijdelijke koffiekar met bijgehorende barista is niet te bekennen. Nou, daar staan we dan. Wat nu? Eetwerk komt wel met ladingen tegelijk over de brug, maar dan op snelle (breng)brommers. Goede raad is duur en buurman heeft geen zin om terug naar huis te gaan en vanwege een gezellige kantklosmiddag blijf ik ook liever nog even weg van de thuisbasis. ‘Ik weet het buur’ roept buurman in bijna jubelstemming, ‘we gaan gezellig een portie oud-Hollandse poffertjes eten op de kermis’. Op de Koemarkt blijkt helaas de vertrouwde poffertjestent vervangen door een spiegelglasattractie. Die slaan we vanwege mijn claustrofobie symptomen over, evenals de lange arm met bakjes die halverwege de hemel nog een keer over de kop gaan. Buurman ontkent ten stelligste dat hij hoogtevrees heeft, maar begint al te zweten als hij op de wc mat staat. Dan maar naar de oliebollenkraam op de Schapenmarkt. Buurman trakteert, dus neem ik een inmiddels flink duurder geworden puddingbol. Buurman haalt zijn schouders op, ‘valt nog best mee buur, vergeleken met de vang-, gooi- en trekattracties voor de kinderen. Weet je, één keer meedoen kost ongeveer anderhalf keer zoveel als een vakkenvuller/caissière van 16 jaar bij de Appie per uur verdient’. Bij het wegwerken van een tweede Berlinerbol zegt buurman, terwijl hij een wolk gemorste poedersuiker van z’n jas veegt, ‘kijk maar eens goed rond buur, prachtig plein om festiviteiten zoals kermis en markt te houden, maar na een halve eeuw praten, lijkt het nu toch echt volgebouwd te gaan worden’. Met een ferme klap op mijn rug redt buurman mij van het verslikken in een tweede puddingbol. Wie bedenkt nou om één van de laatste historische open plekken in de binnenstad dicht te metselen? Kan daar niet wat aan gedaan worden?  bozebuurman@hotmail.com

 

 

 

 

 

 

 

 

1 comment

  1. Maarten Schipper schreef:

    Het bebouwen van de schapenmarkt is heel onverstandig .
    Deze plek moet blijven voor allerlei activiteiten in de stad .
    Een stad ontleend zijn identiteit mede aan de evenementen die er plaats vinden .
    Een groot plein wat zijn aansluiting vindt bij het plantsoen , de oude begraafplaats en de gracht geeft een grote meerwaarde aan de binnenstad .
    Het bouwen in de binnenstad veroorzaakt meer problemen dan dat het oplost .
    De binnenstad is niet geschikt om grote aantallen woningen te bouwen .
    Kijk naar de plek van het oude postkantoor waar nu 160 woningen gebouwd worden , hier had iets met een maatschappelijke functie moeten komen wat een bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid van de stad .
    Er zijn op andere plekken genoeg mogelijkheden om te bouwen .
    Zo zijn er meer voorbeelden .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *