Werfhuis de Oude Haven, symbool van de groei van Purmerend

14/03/2012

foto: Piet Jonker

Klaas Brantjes was landbouwer en garde d’honneur van Keizer Napoleon. Hij bekleedde vele functies, waaronder raadslid, wethouder en dijkgraaf. In 1824 kocht Klaas een houtzaagmolen aan de Where (nu Oeverlanden) en in 1853 bouwde Klaas samen met de man van zijn kleindochter, Willem Smit, een traankokerij aan de Kanaaldijk. Voor het vangen en vervoeren van de duizenden robben hadden ze twee schepen in de vaart. De kapitein van een van de schepen vertelde dat hij in Noorwegen had gezien hoe ze ruwe balken schaafden tot planken ‘die in elkaar passen’. Zoon Nicolaas ging naar Noorwegen en hij stuurde een lading geschaafde delen naar Purmerend. Het bleek een goudmijn voor de firma en het begin van de groei van Purmerend.

Al snel had Brantjes zes schepen in de vaart en met een aantal andere Purmerenders werd een vennootschap opgericht onder de naam Brantjes & Compagnie.  Zoon Nicolaas en Willem Smit lieten een houten brik bouwen: de ‘Willem Eggerts’, die tien jaar lang de hele wereld rond voer. In totaal heeft de firma ongeveer veertig(!) schepen in bezit gehad. In 1885 lieten zoon Nicolaas en kleinzoon Nicolaas in Schotland een ijzeren bark bouwen, een van de mooiste, grootste en snelste koopvaardijzeilschepen, ook genaamd “Willem Eggerts’. De driemaster wordt in vele boeken beschreven als een geweldige promotie voor de stad Purmerend.

De aanvoer van hout gebeurde door Noorse zeilschepen. Met vletten werd het hout van de Kom naar de Oude Haven, aan de Purmersteenweg gevaren. Daar staat ook de villa Houtheuvel, waarin het kantoor was gevestigd. Het pand bestaat uit twee delen en in het achterste deel kwamen de kapiteins van de Noorse schepen zich melden en werden de zaken afgehandeld. De werfbaas woonde in het houten huis en had van daar uit de leiding over de werf en de haven. Met handkar, paard en wagen en later met een omgebouwde Ford automobiel, leverde Brantjes het hout en de ‘juffers’ (heipalen) waarop een groot deel van Purmerend is gebouwd.

Niet alleen vanwege de houthandel is de naam Brantjes in de hele wereld bekend. Er was ook een mosterdfabriek, wijnhandel, cementfabriek, traankokerij, tegelfabriek en een plateelbakkerij. Het Purmerends plateel is wereldberoemd, staat in alle grote musea en is de trots van het Purmerends Museum. Uit alle windstreken komen bezoekers naar Purmerend om de collectie te bewonderen. Naast de vele functies die door de familie Brantjes werden bekleed, werd er ook financieel een handje geholpen, bijvoorbeeld als ergens een startkapitaal ontbrak. Bekende Purmerendse bedrijven zijn op die manier begonnen. Sommige van deze bedrijven zijn uitgegroeid tot grote ondernemingen die, samen met de ondernemingsgeest van de familie Brantjes, ervoor hebben gezorgd dat Purmerend kon uitgroeien tot wat het nu is: ‘Van groei naar bloei’.

Bloei betekent echter ook genieten van de groei, maar dan moet er nog wel iets zijn om van te kunnen genieten. Uniek was de villa Houtheuvel, samen met het Noorse koetshuis en het werfhuisje. Het koetshuis is jaren geleden verhuisd naar het Zuiderzeemuseum, is daar ingericht als slagerij en heeft niets meer met Purmerend te maken. Nu staat de schijnwerper op het werfhuisje, een gemeentelijk monument. De Oude Haven wordt bebouwd en eigenlijk staat het huisje in de weg. De grote vraag is nu: Is het moreel verantwoord om het werfhuisje te slopen?  Een monument dat in combinatie met de villa, herinnert aan een familiebedrijf dat zoveel heeft betekend voor onze stad.

Voor veel Purmerenders is het antwoord duidelijk: “Nee, geen sprake van!” Dit monument, dat symbool staat voor de groei van onze stad, mag niet verdwijnen. De bekende slogan ‘Van groei naar bloei’ mag niet worden ingeruild voor het kortste gedicht, dat luidt: ‘Geld geldt’.

Piet Jonker,  13 maart 2012

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *