Kerstverhaal Weidevenne

23/12/2014

Santa-Claus-3D-Screensaver Na een oproep op de facebookpagina WijWeidevenners om een Kerstverhaal voor en door bewoners van Weidevenne te schrijven ging het snel. Er blijken veel schrijvers in den dop te wonen in Weidevenne. De redactie heeft dit verhaal iets moeten inkorten, maar het is een mooi Kerstverhaal, dat zich geheel afspeelt in de wijk.

De redactie wenst alle Blijdevenners prettige kerstdagen en een mooi en saamhorig 2015.

Op de avond voor Kerstmis 2014 stapte uit de laatste trein die station Weidevenne aandeed een bijzonder persoon het perron op. De bewoners zullen altijd blijven denken aan die avond, waarna kerst in onze wijk nooit meer hetzelfde zou zijn. Het begon zo: Het gezicht van de man was onzichtbaar door zijn sjaal, die hij vanwege de kou rond zijn hoofd had gedaan. Onder aan de trap lag een hond, en zodra de man de eerste treden met zijn schoenen aanraakte, sprong die op en rende weg. Hij herkende de hond van de facebookpagina Wij Weidevenners, waar die als vermist stond opgegeven. Omdat zijn telefoon leeg was, kon hij kijken van wie de hond was. De man zag om zich heen alleen duisternis. Kijk, daar bij Columbuzz brandde nog een lichtje.

Eenzaam

Hij haalde de bel uit zijn jaszak en rinkelde, in de hoop dat de hond zou reageren. Wat er toen gebeurde! De sterren begonnen te stralen en er kwamen elfjes onder de stationsbanken vandaan. Met zijn ogen bijna dicht luisterde hij naar de zachte stemmetjes. De man zag een oudere dame om zich heen kijken en sprak haar aan. “Ik voel me eenzaam en kijk daarom bij huizen naar binnen om te zien hoe gezellig de mensen het hebben.” De man nam haar mee naar zijn huis, zette haar aan de kersttafel en liet haar meegenieten van de warmte van zijn gezin. De dame nam net een hap van haar eten, toen hij zich verontschuldigde en naar buiten liep. Hij besefte dat hij iets belangrijks was vergeten. De geur van oliebollen werd steeds sterker. Het water liep hem in mond en toen hij bijna bij de kraam was, sloeg zijn hart over: de luiken waren net dicht!

Oliebollen

Thuisgekomen plaatste hij snel een bericht op Wij Weidevenners; misschien waren er buren die wat oliebollen over hadden. Buiten in de kou wachtte hij. Plots zag hij in de verte een scooter opdoemen met twee mensen. Ze leken te zoeken naar de huisnummers. De achterste had een grote zak in zijn hand. “Jongens, jullie moeten bij mij zijn”, riep de man. Uit de zak sprongen de elfjes die hij op het perron had gezien. In de zak vond hij ook de beroemde Amsterdamse chocoladetruffels. Opeens zag hij dat er een stapeltje openhaardhout in de tuin was gelegd, inclusief aanmaakmateriaal. Hij bracht het naar binnen, deed de oliebollen op een schaal en bestrooide ze met poedersuiker. De oude vrouw keek naar de volle schaal en het knetterende hout in de open haard, dat voor extra warmte zorgde.

oliebol

Wonder

“Waar komt dit allemaal vandaan?”, vroeg ze verbaasd en met tranen van ontroering. De man zei: “Het is een wonder! Dit is door Weidevenners bij elkaar gebracht.” De vrouw stamelde: “Dat er zo veel goeds in de mede-Weidevenners schuilt, wie had dat ooit kunnen denken?” De man zei: “Dat is nu Kerst; als we in wonderen blijven geloven, komen ze uit!” De man nam een voorzichtige hap van de nog warme oliebol en prevelde terwijl hij de poedersuiker uit zijn baard veegde: “Zo zie je maar, zelfs Weidevenners die de hele dag lopen te klagen over van alles en nog wat zijn er voor elkaar als het nodig is”. De oude vrouw lachte hem vriendelijk toe en precies toen er iets van een vonk tussen beiden te bespeuren viel, werd er aangebeld.

Vreemdeling

Ze deden open en er stonden wel honderd Weidevenners met lantaarntjes en kaarsjes. Ze zongen: “We wish you a Merry Christmas and a Happy New Year!” De kou deed de vrouw rillen. Langzaam kwam er een schim tussen de mensen vandaan. Zijn blauwe ogen werden het eerst zichtbaar. De vrouw stamelde geschrokken: “Maar jij was toch geëmigreerd?” Het bleek een klasgenoot te zijn met wie ze ooit verkering had gehad. Haar ouders keurden die omgang niet goed en ze waren elkaar uit het oog verloren. Zijn lamp scheen op haar gezicht en met zijn hand raakte hij haar aan. Zachtjes wreef hij de tranen weg. “Waar is toch de tijd gebleven?” “Kom binnen”, zei ze, terwijl ze naar haar gastheer keek. Die vond het prima. Pratend en zittend voor de open haard gaf hij hen warme chocolademelk, en stil en kijkend naar elkaar genoten ze er zichtbaar van.

Sneeuw

Toen ging de bel opnieuw. Met z’n drieën gingen ze naar buiten. De hele buurt stond op straat, want wat in jaren niet was voorgekomen, gebeurde: het sneeuwde in Weidevenne. Wat een mooi plaatje leverde dat op! Herinneringen van kerstavonden uit hun jeugd kwamen naar boven. De man dacht terug aan die ene, toen ze de Kerstman op zijn arrenslee door de bussluis zagen vliegen. De belletjes galmden fantastisch door de echo in de tunnel. De man was blij dat het niet was waar hij bang voor was, sloot de deur en ging weer naar binnen, maar het zat hem niet lekker. Stel dat die Kerstman, die zo handig door de bussluis manoeuvreerde, niet de echte was, maar een vermomde inbreker of een uit de hand gelopen reclamestunt. Of dat het een redactielid van het weidevennekrantje was, dat hem op deze manier zijn grote geheim probeerde te ontfutselen? Iets wat hij koste wat het kost wilde voorkomen.

De sirenes van brandweer en politie die hij door de wijk hoorde gaan maakten hem nerveus. Waar gaat de brandweer naar toe? Naar een schoorsteenbrand of een kerstboom die in brand is gevlogen? Aan de rendieren voor de slede vroeg hij: “Hebben jullie een brandhaard gezien?” Rudolf, het rendier met zijn rode neus, zei dat hij brand gezien had op het Van Damplein. Maar nee, dat was iemand die zijn kerstboom al zat was. Brandweer en politie waren op zoek naar de Kerstman, want hoe kon je al die kindjes die morgen op het van Damplein kerstfeest gingen vieren uitleggen dat de Kerstman niet kwam? Ondertussen hadden ze begrepen dat die racende Kerstman nep was, dus waar was de echte? Die was even zijn andere ding aan het doen, namelijk zwerfies verzamelen, als een heuse ‘Kerstzwerfinator’.

Zittend op zijn krakende stoel werd de oude man plotseling wakker van de sirene van zijn telefoon…

Hij had alles gedroomd! Maar het was zo’n leuke droom geweest, dat hij moeite had om niet hard te lachen. Een Kerstman op een arrenslee door de bussluis; hohohoho, lachte hij hard, greep naar zijn dikke buik en zei hardop: “Wat een mooie plek toch, dat Weidevenne.” Vrolijk Kerstfeest!

media_xl_1054783

Een verhaal voor en door Weidevenners.

Een verhaal voor en door Weidevenners.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *