Terugblik: Tweehonderd jaar Sluisbrug

08/01/2022

Sluisbrug rond 1955

Soms kom je in Purmerend dingen tegen waarvan je denkt, hé wat leuk, dat wist ik niet. Regelmatig plaatsen we op deze site Terugblikken, verhalen over de stad en haar bewoners, door Piet Jonker, redacteur/fotograaf van weidevenner.nl. Deze keer: De Sluisbrug.
Op de plek van de huidige Sluisbrug, waar nu duizenden auto’s per dag passeren, staat vroeger de Neckerpoort. Bezoekers moeten zich melden zodat zwervers en andere ongewenste buitenpoorters buiten de stad kunnen worden gehouden. Wie naar binnen wil, moet tol betalen en voor vee dat naar de markt gaat, moet marktgeld betaald worden.

 ‘s Avonds gaat de poort op slot en kunnen laatkomers overnachten in de talrijke herbergen die meestal rond de stadspoorten zijn te vinden. In 1660 wordt een nieuwe trekvaart gegraven met een jaagpad voor paarden die de trekschuiten trekken, maar als koning Willem 1 besluit dat er een Groot Noord-Hollandsch Kanaal moet komen, is er vanwege het verschil in waterhoogte tussen Amsterdam en Nieuwendiep (Den Helder) een sluis nodig. De Neckerpoort wordt gesloopt en de zaagmolen van J. Eindhoven verkocht en afgebroken. De schelpzandmolen van A. Lamberts Hurrelbrinck aan het dijkje langs de Lange Weeren (nu Hazepolder), krijgt een nieuwe plek aan de Kostverloren Wetering bij Amsterdam. Ook de paardenwet aan het dijkje (nu Troelstraplein), waar paarden kunnen drinken, moet wijken en krijgt een plek bij de leerlooierij van Switzer aan het Looiersplein. In augustus 1819 gaan er tweeduizend houten palen de grond in en twee jaar later, op 20 juli, komt koning Willem 1 persoonlijk naar Purmerend om de Sluisbrug te openen.

Brug met twee kolken

Schroefstoomboot
In 1824 heeft het oorlogsschip De Bellona de primeur om door de sluis te gaan, twee dagen later gevolgd door het koopvaardijschip Christina Bernadina. In de winter van 1845 legt er zoveel ijs in het kanaal dat honderden mensen worden ingezet om een vaargeul te zagen. Vanaf de sluis tot de Neckermolen zitten zeilschepen vast in het ijs. Een jaar later staan bijna alle Purmerenders zich langs het kanaal te verdringen om een wonder te aanschouwen: een ‘vanzelfgaand’ schip, zoals men de schroefstoomboot Diana Waterford noemt. Soms gaat het mis, bijvoorbeeld als een torpedoboot van de Marine dwars door de sluisdeuren ramt en pas bij de spoorbrug tot stilstand komt. De deuren worden snel hersteld en sluismeester Gesterman ontvangt de zilveren eremedaille in de Orde van Oranje Nassau voor zijn doortastend optreden.

Vechtpartij
In 1938 wordt de uit drie delen bestaande houten draaibrug vervangen door een ijzeren uitvoering met ook maar één rijstrook. Een auto van de ene kant en een paard en wagen van de andere kant zorgen dan voor problemen, waarbij de sluiswachter als scheidsrechter moet optreden. Soms loopt het uit op een vechtpartij en komt de politie per fiets ter plaatse. Als schepen langer dan vierenvijftig meter zijn, moet de brug open blijven tijdens het schutten en staat alle verkeer rustig een dik kwartier te wachten. Voor kinderen uit de Hazepolder een prima excuus om te laat op school te komen. Voor de sluiswachters is het aanpoten, want de brugdelen worden met de hand open- en dicht gedraaid en ook de schutluiken worden met handkracht bediend. Na de zomer komen er veel boten met suikerbieten door de sluis en is het een spannende sport voor de durfals onder de jeugd om suikerbieten te stelen van in de sluis liggende schepen. De schippers en sluiswachters knijpen vaak een oogje dicht en de buitgemaakte bieten worden uitgehold en gebruikt als lampion tijdens Sint Maarten

Oude brug

Pontje
In 1960 wordt de kleine sluis gedempt en komt er een elektrische basculebrug met twee rijstroken en smalle voetpaden, maar helaas geen fietspaden. De veiligheid op en rondom de brug is vanaf toen een probleem, vooral voor bewoners van de Hazepolder. Veel protesten en bijeenkomsten met de gemeente hebben tot gevolg dat er een pontje voor fietsers en voetgangers wordt ingezet tussen de Kanaaldijk en Kanaalkade. Als bewoners het pontje aan de Kanaalkade zien liggen, wordt het plan meteen afgeschoten. ‘Te klein en onveilig’. Stoplichten, aan de brug hangende fietspaden, een extra brug voor fietsers, allerlei ideeën komen op tafel.

Bezetting
Met de uitbreiding van de stad komen er weer nieuwe ideeën, waaronder een omlegging van het kanaal, om de Hazepolder heen en uitkomend waar nu de Melkwegbrug is. Ook dat plan gaat niet door en de Sluisbrug is en blijft een onveilig obstakel.  Meerdere acties, waaronder het aanbieden van drieduizend handtekeningen aan de wethouder, blijven ook zonder resultaat.  Er volgt een protestdemonstratie op het kruispunt Neckerdijk / Gedempte Singelgracht / Westerstraat (dan nog zonder stoplichten),  waar een ongeluk in scene wordt gezet, maar ook dat heeft geen resultaat. Op dinsdag 23 januari 1973 bezetten 350 boze bewoners de brug en houden een uur lang alle auto’s tegen.

Over de streep
Tweehonderd jaar na de bouw is de brug over het door ingenieur Jan Blanken ontworpen Noordhollandsch Kanaal nog steeds een belangrijke verbinding. De nieuwe brug is in 1960 al een stukje opgeschoven om grotere schepen te kunnen schutten zonder dat de brug open moet blijven, maar echt veiliger is het er niet op geworden. Een goede oplossing voor fietsers is er nooit gekomen. Wel zijn de kruispunten aangepast, volgens bewoners een hele verbetering. Echter, vijftig jaar na de brugbezetting en enorme toename van fietsverkeer van en naar Weidevenne, is er nog steeds geen veilig fietspad en negeren automobilisten massaal de dubbele doorgetrokken witte strepen.  

Sloop Neckerpoort

Bruggetje naar Hazepolder

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *