Terugblik: Slot Purmersteijn ging op slot

04/01/2020

Jan van Kessel, 1664

Soms kom je in Purmerend dingen tegen waarvan je denkt, hé wat leuk, dat wist ik niet. De komende tijd plaatsen we op deze site regelmatig een (bewerkt) artikel uit het boek Terugblikken, verhalen over de stad en haar bewoners, door Piet Jonker, redacteur/fotograaf van weidevenner.nl. Deze keer…  Slot Purmersteijn.

Ruim zeshonderd jaar geleden werd Willem Eggert als eerste Heer de baas in Purmerend. Hij was bankier van Amsterdam en woonde in een groot huis aan de Windmolenstraat (nu Nieuwendijk). Hij was een vermogend man en financierde bijvoorbeeld de bouw van de Nieuwe Kerk aan de Dam. Als bouwgrond schonk hij zijn boomgaard. Eggerts bezat uitgestrekte landerijen in onder andere Aalsmeer, Monnickendam, Oosthuizen, Weesp en Wognum, maar om zijn zaken in Purmerend te regelen, moest er natuurlijk een voor hem passende woonruimte worden gebouwd. Op een veldje bij de Weere overlegde Eggert met de bewoners van Purmerend en uiteindelijk werd gekozen voor een strategische plek aan de westkant van de stad. Drie jaar later was de bouw van Slot Purmersteijn gereed.

Willem Eggert bron: Stadsarchief Amsterdam

Veel hooggeplaatste lieden waren jaloers op Eggert en daarom vroeg hij Kennemerland een stuk grond (nu Hazepolder) af te staan, zodat hij een eventuele vijand van verre kon zien aankomen. Echt bang was hij niet, want overal werden kasteelmuren drie tot vier meter dik gemaakt om kanonsinslagen te kunnen weerstaan, maar Eggert vond één meter wel genoeg. Het gebouw had op elke hoek een toren en naast de ingang twee achtkantige torens van vijfentwintig meter hoog. Er waren verschillende zalen, waaronder de Prinsenzaal, waar in 1612 de prinsen Maurits en Frederik Hendrik dineerden toen ze de drooggemalen Beemster kwamen bekijken.

Wurgpaal
Er werden rechtszaken gehouden en vonnissen uitgesproken, en die waren niet misselijk. Zo werd Wybrand Pieterszoon veroordeeld wegens inbraak, brandstichting en moord, tot het afhakken van de hand, staan aan de schandpaal, dood door wurging, verbranding en daarna tentoongesteld op het galgenveld. Het galgenveld was een stukje land aan de Weere, ruim buiten de stad, maar vanaf de druk bevaren Weere goed te zien, waar ook reeds overleden veroordeelden werden opgehangen ter afschrikking. Een andere veelgebruikte straf was ‘aan de kaak stellen’. De veroordeelde werd op de binnenplaats van het slot aan een paal vastgebonden en de tong doorboord met gloeiend ijzer. Een langzame dood door verstikking aan de wurgpaal kwam ook regelmatig voor. Het galgenveld is in 1795 opgedoekt en de houten galgen zijn als brandhout verdeeld onder arme burgers.

Wapen Willem Eggert, bron: stadsarchief Amsterdam

Slot cadeau
Willem Eggert heeft niet lang in het slot gewoond, want al in 1417 overleed hij en werd begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De latere Heren van Purmerend woonden meestal niet zelf op het slot, maar lieten het beheer over aan een rentmeester of kastelein. Toen burgemeester Reinier van Ruijtenburgh in 1713, vanwege de Vrede van Utrecht, drie kanonnen op de schans vreugdeschoten liet afvuren, stortte een deel van de zijgevel in. Purmerend vroeg de Staten geld om het slot te repareren, maar in plaats van geld kregen ze Slot Purmersteijn cadeau. De laatste bewoner van het slot was de Hoornse regentenzoon Meynard de Vries. Hij zat er tot zijn dood in 1737 opgesloten wegens homofilie.

Rok verplicht
In 1910 werden de stadsfeesten (500 jaar) en Koninginnedag (Wilhelmina) uitbundig gevierd in en rond het nagebouwde Slot Purmersteyn. Willem Eggert, in het dagelijks leven Th.J.M. Brantjes, was voor vier dagen Heer van Purmerend. De jongeheren Jurgens traden op als zijn pages en Baars, in het dagelijks leven koetsier van Brantjes, diende als schilwacht. Willem Eggert ontving tijdens de feesten veel hooggeplaatste gasten, waaronder burgemeester Cavaljé, maar ook het gewone volk mocht meefeesten. Echter, voor de dansavonden was ‘rok of geklede jas’ verplicht.

V.l.n.r. Wethouder Vlaar, minster Oud en
burgemeester Cramwinckel.

Geweldig succes
In september 1934 vierde Purmerend 450 jaar marktrechten en ook toen herrees het oude slot op het Slotplein met daarbij een restaurant en dancing.  Hoogtepunt van het feest was de opvoering van het stuk Johan van Egmonds Privilege’.  Eregast was oud-Purmerender Mr. P.J. Oud, minister van financiën en later burgemeester van Rotterdam. Tandarts Bom van de Herengracht fungeerde als Johan van Egmond met onderwijzeres mejuffrouw Hellingman als zijn gemalin.
Het was een geweldig succes, er kwamen veel bezoekers naar Purmerend voor de feesten op het Slotplein (Kippenmarkt) , maar ook de vele cafés werden druk bezocht.

 

Figuranten tijdens Marktfeesten

 

Kunstschat
In 1971 werden de fundamenten van het slot blootgelegd en daarbij kwam een verborgen kelder tevoorschijn. Burgemeester Kooiman sprak de verwachting uit dat een mogelijk miljoenen waard zijnde kunstschat de stad in één klap uit de zware financiële zorgen zou helpen. De volgende morgen stond de Kippenmarkt vol met nieuwsgierige Purmerenders in afwachting van de opening van de met een stalen plaat afgesloten kelder. Uiteindelijk werd duidelijk dat het die dag 1 april was. Later is bij de sloop van hotel De Roskam aan de Wagenbeurs een deel van een mogelijke vluchtgang vanuit het slot gevonden, maar of dat waar is, blijft een mysterie.

Urinoir
Een schamel afbrokkelend muurtje op het Slotplein geeft aan waar ooit de torens naast de ingang stonden. Toenmalig wethouder Nijenhuis sprak in 1975 bij het metselen van de muurtjes de hoop uit ‘dat het geen urinoir zou worden’, en dat is gelukkig ook niet gebeurd. Maar voor het meest monumentale, belangrijkste en bekendste gebouw dat Purmerend ooit heeft gehad, is dit aandenken wel erg minimaal. Slot Purmersteijn verdient beter.

Muurtjes

Plaquette

   

1 comment

  1. Yvonne Kramer schreef:

    Wat leuk om dit te lezen! Ehhh.. Nou ja in het begin ook wel gruwelijk..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *