Purmerend in Oorlogstijd

24/02/2015

oorlog museum1De periode 1940-1945 ligt verschillende generaties na aan het hart. Zowel voor ouderen die de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt, als voor hun kinderen en (achter-)kleinkinderen, maken feiten en herinneringen aan de oorlog deel uit van hun leven. Jaarlijks herdenken wij nationaal en lokaal de slachtoffers, in het onderwijs wordt deze periode uitgebreid belicht en in de media komt de oorlog als thema regelmatig terug in documentaires en films.

In 2015 zal het 75 jaar geleden zijn dat de tweede wereldoorlog in Nederland begon en 70 jaar geleden dat de bevrijding gevierd kon worden. De oorlog was voor veel mensen een zware tijd die niemand nog eens zou hoeven mee maken. Voor het Purmerends Museum is dit reden genoeg om tussen 21 maart t/m 21 juni 2015 een tentoonstelling in te richten waarin de feiten over en herinneringen aan de oorlog in Purmerend centraal staan.

Hoewel er tijdens de Duitse aanval en de geallieerde bevrijding geen militaire gevechtshandelingen in en vlakbij de stad geweest zijn, hadden alle Purmerenders te maken met onvrijheid en de gevaren van de bezetting.

Op 16 mei 1940 arriveerden de eerste 20 Duitse soldaten van de Wehrmacht in Purmerend. Zij werden ondersteund door de Grüne Polizei, gelegerd in Oosthuizen en de Waffen-SS in Amsterdam.
De oorlog infiltreerde langzaam in de zekerheden van het bestaan. Er kwamen onder meer nieuwe persoonsbewijzen met een legitimatieplicht, straatnamen werden veranderd, er kwam zinken oorlogsgeld en de ramen moesten worden verduisterd. De oorlog bracht zorgen over dagelijkse zaken als voedsel, kleding en brandstof. Hoe langer de oorlog duurde, hoe kleiner de rantsoenen werden en hoe hoger de prijzen. Er kwamen steeds meer producten op de bon of ze werden vervangen door surrogaten. In 1944  ooorlog museumntving iedere inwoner nog maar 400 gram brood per week. Ondanks dat het verboden was, kon bij een zwart handelaar voor f 10,– een broodje van 800 gram worden gekocht. Het dagelijks leven stond in het teken van het vergaren van voedsel waarbij vooral Amsterdammers op weg naar boeren in de omgeving Purmerend passeerden. In de stad kwam er een centrale keuken in de Weeshuissteeg, met teruglopende rantsoenen tot een ½ liter per persoon.
Op het einde van de oorlog werden bij gebrek aan brandstoffen de bomen, hekken en beschotwerken gesloopt. In februari 1945 volgde er een laatste waarschuwing van waarnemend burgemeester G. Gouda die inhield dat deDuitse Weermacht iedereen die betrapt zou worden bij het rooien van bomen of het stelen van hout, ter plaatse zou worden doodgeschoten…

Ook de gang naar school en werk werden ontregeld, denk alleen al aan de in 1940 verplicht gestelde arbeidsinzet van jongens en mannen tussen de 17 en 40 jaar. Begin 1941 maakte burgemeester Kikkert bekend dat personen van Joodse afkomst zich moesten aanmelden voor 23 februari. In Purmerend vonden verschillende Joodse inwoners een schuilplaats in boerderijen aan het Oudelandsdijkje.
Ook in Purmerend waren er verzetsmensen én collaborateurs. In de Breedstraat opende de NSB een Kringhuis en stond Anton Mussert bij de opening ervan op de trappen van het stadhuis op de Kaasmarkt.
De illegale pers zorgde als tegenwicht van de Duitse censuur voor informatie over onder meer de militaire ontwikkelingen. Er werden kleine en ingrijpender verzetsdaden gepleegd. In het laatste oorlogsjaar onder meer de blokkering van de sluisdeuren met stenen, de roof van een postzak met bonkaarten, maar ook de liquidatie van burgemeester Van Baak en overvallen op distributiekantoren door de Knokploeg.

Geallieerde vliegtuigen vlogen met bommen en vlak voor de Duitse capitulatie ook met voedsel. Zaterdag 5 mei 1945 werd de vrijheid van meningsuiting in een vergadering hersteld en op 9 mei, na de Britten, kwamen de Canadezen Purmerend binnen. 10 Mei echter mochten de Purmerenders ’s ochtends de straat niet op. Toen werden in een georganiseerde actie NSB-ers uit hun huizen gehaald.
Bij alle feestvreugde en straatfeesten was er ook plaats voor rouw om alle mensen die slachtoffer waren van de oorlog.

Tijdens de tentoonstelling zal er in samenwerking met Clup Welzijn een project lopen die oudere inwoners van Purmerend en jongeren uit het basisonderwijs samenbrengt binnen het thema oorlog en vrijheid.

Er kunnen nooit genoeg herinneringen gedeeld worden. Wij stellen het bijzonder op prijs wanneer u uw eigen herinnering of uw verhaal uit overlevering ter beschikking wilt stellen voor de expositie. Misschien heeft u zelfs nog voorwerpen of documenten uit de oorlog die in de expositie kunnen worden opgenomen.
Neemt u in alle gevallen alstublieft contact op met conservator Saskia van den Berg.
Telefoon 0299-472718 of per email:
saskiavandenberg@purmerendsmuseum.nl

Bron: www.purmerendsmuseum.nl

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *