Monument Jaagweg voor verzetsmannen

30/04/2011

Monument Jaagweg, foto Piet Jonker

Onderdeel van de jaarlijkse dodenherdenking in Purmerend is de Stille Tocht naar het gedenkteken aan de Jaagweg. Op deze plek werden op 15 december 1944 A.J.J. Breetveld uit Tiel, J.P. Schipper uit Amsterdam en K. de Graaf uit Den Haag uit wraak doodgeschoten.

Hongerwinter 1944. Het verzet was er achter gekomen dat de Duitsers honderd balen suiker hadden opgeslagen op de zolder van melkfabriek Hollandia aan de Jaagweg. De suiker was niet bestemd voor de fabriek, maar voor de Duitsers. Gezien de enorme voedselschaarste werd besloten de suiker te stelen en te verdelen onder ziekenhuizen, bejaardentehuizen en scholen. De portier, G. Huisenga, zat in het complot en gaf alle inlichtingen die de verzetsmensen nodig hadden om ongezien binnen en weer weg te komen.
Wraak
Op 9 december besloot men het erop te wagen. Om de portier niet verdacht te maken, werd hij vastgebonden en op een plek neergelegd waar hij snel zou worden gevonden. Twee Duitsers die onverwacht melk kwamen halen, werden door verzetsmensen in politie-uniform geholpen en hadden niets in de gaten. De honderd kilo zware balen suiker werden van zolder naar beneden gesleept en door Dirk Ranzijn met de melkwagen van Willem van Wees naar de verschillende schuilplaatsen gebracht. De melkwagen was verborgen in de garage van Jorritsma in de Breedstraat. Toen de volgende ochtend de portier werd gevonden en men de diefstal ontdekte, werd de zaak grondig onderzocht, maar er was niets meer te vinden. De SS besloot wraak te nemen en liet op 15 december drie verzetsmensen uit de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam halen.

Getuige
De politie van Purmerend, waaronder de agenten Baan en Goeverneur, moest getuige zijn van de executie en publiek op afstand houden. De melkboot die elke dag vanuit Amsterdam taptemelk kwam halen, werd opgewacht bij de steiger en de bemanning, waaronder Kees Bakker, Maarten Horsmeyer, Kees Appel en Henk Wessel, werd naar de achterzijde van de fabriek gestuurd. Vanuit de smederij waren ze samen met Piet Zuidewind getuige van het vreselijke gebeuren. De drie gevangenen kwamen elk in een aparte auto aan en werden geboeid door een SS’er voor het hek op de dam geplaatst en dood geschoten. De SS vertrok en de hevig geschrokken mannen hebben de lichamen met een melkwagen naar de aula van het ziekenhuis gebracht. Toen men korte tijd later ging kijken wat er met de lichamen moest gebeuren, bleken ze te zijn verdwenen. Niemand weet wie ze heeft opgehaald en waar ze naar toe zijn gebracht.

Monument
De plek waar de executie plaatshad (Wezenland, een stuk weiland naast de melkfabriek) was eigendom van het Ned. Herv. Weeshuis en het bestuur stelde de plek beschikbaar voor een gedenkteken. Ook gaven zij architect Jan Plas opdracht een monument te ontwerpen. Het werden drie zuilen met de namen van de omgekomen mannen met daarvoor een offerplaat voor bloemen. Aan de vooravond van de bevrijdingsfeesten in 1945 werd het monument onthuld. Onder de vele belangstellenden waren burgemeester mr. R. Kooiman, ir. J. Bellaart Spruijt, districtscommandant van Waterland, en een bataljon van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ook nabestaanden van de slachtoffers waren bij de plechtigheid aanwezig.

Leerlingen van de Willem Eggertschool hebben het monument in het verleden geadopteerd en bijgehouden, maar dat wordt nu gedaan door de gemeente.

Een gedenkteken voor drie mannen, doodgeschoten uit wraak, met als opschrift: ”Nederland gedenk uw doden en vergeet nooit het offer dat zij voor u brachten.” Een plek om af en toe even bij stil te staan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *